Wat
Gemeente Kaprijke heft een kohierbelasting op tweede verblijven.
De belasting is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar over een tweede verblijf in de gemeente Kaprijke beschikt en op dat adres niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters of daarvoor nog geen aanvraag tot inschrijving heeft ingediend.
De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden en dit uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar een aangifte in te dienen bij het gemeentebestuur.
Bij gebrek aan tijdige aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte zal de belasting van ambtswege ingekohierd worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 500 euro. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Voorwaarden
Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene die er effectief gebruik van maakt, voor deze woongelegenheid niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Kaprijke, zelfs al gaat het om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans. Wanneer op het adres van een woongelegenheid niemand is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister is er een weerlegbaar vermoeden dat de eigenaar van deze woongelegenheid er ook gebruik van maakt als tweede verblijf. De eigenaar kan dit vermoeden weerleggen met alle rechtsmiddelen.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet worden ondertekend, gemotiveerd en schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van het aanslagbiljet.
Kostprijs
De belasting bedraagt 1000 euro per tweede verblijf. Dit bedrag is gekoppeld aan de evolutie van de index van de consumptieprijzen en stemt overeen met de index van december 2019. Het wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. Het aldus verkregen bedrag wordt afgerond tot op de euro. Daarbij worden bedragen gelijk aan of groter dan 0,50 euro afgerond naar de bovenliggende eenheid en bedragen onder de 0,50 euro naar de onderliggende eenheid. De belasting is ondeelbaar en voor geheel het jaar verschuldigd.
Uitzonderingen
Zijn vrijgesteld van belasting:
- elke woongelegenheid welke hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
- de verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze ten minste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden; garages en tenten;
- de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend kampeerterrein of kampeerverblijfpark