Wat
Dit verhaal werd opgeschreven door Monique Cauwels.
Het Geitenboksken van Mon en Thilde
In het begin van de jaren 50 van de vorige eeuw waren er nog veel herbergen in Lembeke. Daardoor en bij gebrek aan wagens, gingen de jongelui op stap in hun eigen gemeente. Zo ook André Bogaert, postbode en goalkeeper van FC Lembeke. Hij was altijd te vinden voor een goede grap.
Zo ging hij op een zaterdagavond met twee vrienden naar het hofje van Mon en Thilde. Het was al tamelijk laat, zodat ze zeker waren, dat het echtpaar al lag te slapen. Ze zouden eens op stap gaan met Mon zijn geitenboksken. De hond ging nogal wild te keer, maar door deze wat snoepjes te geven was dit probleem snel opgelost.
Ze haalden het beestje uit zijn hok en gingen ermee op stap naar het dorp. Het was een heel eind stappen en het drietal had er dorst van gekregen. Dus gingen ze vlug een café binnen. Tot hun grote verbazing dronk het beestje ook graag bier. De drie snoodaards, alsook de bok, werden vlug dronken, met dit verschil dat het diertje veel plaste en overal keuteltjes liet vallen.
Na verloop van tijd was het zo erg geworden, dat de drie vrienden door de cafébaas de laan werden uitgestuurd. Ze vonden er dan maar niks beter op om het beestje vast te binden aan een pomp op het dorp. Enige tijd later werd zelfs een liedje gemaakt over de bokkenhistorie.
De Lembeekse bokkenhistorie
t Hondje blafte aan zijn hokje.
t Had gelijk; er was verraad!
t Kreeg menig chocoladebrokje,
Max viel stil, was niet meer zo kwaad.
t Boksken stond in t kot te blaten,
Ach geen geitje meer en kwam.
Mon kreeg t spel niet in de gaten.
Thilde lag al loom en lam.
n Drietal kerels heel plezierig,
Kwamen op het boksken af.
Dré naar t kotje vlug en zwierig,
Hield zich stil als in een graf.
Baasken, dacht hij, liefste boksken
Kom maar eens mee met ons.
Ik trakteer met menig sloksken.
Ik, uw maat, Lowie en Fons.
Rap trok nu de sloebersbende
met hun vriend op stammenee.
t Bokje dronk zeer goed, ja….ende,
Onze Dré dronk gulzig mee.
Daar in t drankhuis kreeg ons boksken,
Menig aardig bokkenkuur.
t Sproeide vloeistof met een snoksken
op de vloer en op de muur.
t Stripte verder in zijn baardje,
draaide pillen bij de vleet,
trok dan muilen, draaide t staartje.
De waardin,…die had het beet!
Naar het dorp nu met hun dronkaard.
Trok de leutge vriendenschaar.
Raadloos bonden zaan de pomp daar.
Die verlaten luizigaard.
In de vroege ochtenuren
stond de geitebok nog daar.
Politiemacht met dorpsgeburen
speelden rap dat zaakje klaar.
Montjen heeft zijn bok nu weder,
Hij liefkoost hem dag op dag.
Meer nog, beter nog, en teder,
dan hij voor het grapje plag.
Meer info
Heeft dit verhaal bij jou ook wat herinneringen aan leuke anekdotes losgemaakt? Ken je nog een interessant verhaal over vroegere inwoners? Of weet je nog wat er toevallig is gebeurd op die bijzondere plek in onze gemeente? Deel dit dan met ons. Het mag over een grootste gebeurtenis gaan of net iets intiem, iets recents of van lang vervlogen tijden. Kom langs in de bib of stuur je verhaal door naar communicatie@kaprijke.be. Of gebruik de twee boekjes die afgehaald kunnen worden in de bibliotheek.