Gemeente Gemeente Kaprijke

Een Tragische Kermisdag

Wat

Dit verhaal werd ingediend door Monique Cauwels.

Een Tragische Kermisdag

Op 19 september 1616, tweede kermisdag te Lembeke, waren diverse cafégangers vrolijk kermis aan het vieren ten huize van Simoen Verhaeghen, herbergier in het dorp. Het kwam echter tot een hoogoplopende twist tussen Marijn Schoris en Jan van Hecke, die eerstgenoemde een dodelijk messteek toebracht, waaraan deze twee dagen later overleed.

Schepenen van Eeklo, tot wiens rechtsgebied Lembeke toen nog hoorde, stelden hierover een onderzoek in. Zij ondervroegen eerst de 58-jarige herbergier Simoen Vanderhaeghen. Om zijn klanten niet onnodig in het gedrang te brengen, liet hij zich voorzichtig uit over de feiten. Hij beweerde dat zijn klanten verspreid zaten en dat hij de feiten niet heeft kunnen vaststellen. Hij had wel voor de feiten Marijn Schoris zien binnenkomen, die zich aansloot bij het gezelschap in de herberg.

De twist begon toen Marijn wilde tussenkomen in het kaartspel van Jan en Adriaan Ghys, met een spel dat ‘Honken’ genoemd werd. Jan antwoordde Marijn: “Ghij honsfot, wat hebdij u te moeyen!”

Kort nadien ging Marijn buiten om zijn water te maken, onmiddellijk gevolgd door Jan. Het was reeds in de gang al tot een heftige woordenwisseling gekomen tussen beide mannen. Hans van Hecke, de broer van Jan, had zich ook al moeten verantwoorden tegenover Marijn. Jan plukte buiten de pluim van Marijn z’n hoed.

Lieven Vlerick was beide mannen naar buiten gevolgd. Na enige schermutselingen en plagerijen, trok Jan plots zijn mes. Marijn wilde zich verbergen achter een kar, die op het hof stond. Hij struikelde evenwel over de dissel en kreeg toen een messteek in zijn rechterzijde. Zwaar getroffen wankelde hij nog naar binnen, maar daar werd hij bespot door een achttal kermisgangers. De zwaar gekwetste vroeg de vrouw van de herbergier om een chirurgijn te halen en strompelde naar buiten. Twee dagen later overleed Marijn.

De lijkschouwing op 24 september 1616, uitgevoerd door Meester Servaas Biebau, gezworen chirurgijn van het ambacht Boekhoute, wees uit dat de overledene een wonde in de rechterzijde had waarbij de ‘grooten daerme’ en andere ingewanden geraakt waren, met de dood tot gevolg. De pastoor verklaarde dat Marijn de kerkrechten ontvangen had en in gewijde aarde mocht begraven worden.

Op 8 februari 1620 diende de gevluchte Hans een verzoek in tot opheffing van zijn straf. Hierop werd door de Raad van Vlaanderen gunstig advies verleend. Over Jan is helaas niets meer bekend, maar waarschijnlijk is hij gevangengenomen door het gerecht en heeft hij lange tijd z'n straf moeten uitzitten.

Meer info

Heeft dit verhaal bij jou ook wat herinneringen aan leuke anekdotes losgemaakt? Ken je nog een interessant verhaal over vroegere inwoners? Of weet je nog wat er toevallig is gebeurd op die bijzondere plek in onze gemeente? Deel dit dan met ons. Het mag over een grootste gebeurtenis gaan of net iets intiem, iets recents of van lang vervlogen tijden. Kom langs in de bib of stuur je verhaal door naar communicatie@kaprijke.be. Of gebruik de twee boekjes die afgehaald kunnen worden in de bibliotheek.